In de rijprocedure staat het meest wenselijke rijgedrag van bestuurders beschreven. Voor toelating tot het wegverkeer, moet dit gedrag binnen de gestelde normering ook worden verwacht van de kandidaat voor het examen.
Eem belangrijk onderdeel van het examen is Rijklaar maken en bediening beheersing
Tijdens het examen wordt in het beoordelingssysteem het rijklaar maken niet apart beoordeeld. Alleen de gevolgen worden als verwijtbaar gedrag aangemerkt. Het rijklaar maken en de bediening van het voertuig is de basis van de vaardigheid om aan het verkeer op een juist wijze deel te nemen. Een kandidaat, die structureel afwijkend gedrag laat zien in het basisgedrag, zal niet kunnen slagen voor het gehele examen. Hierbij kan het gaan om het regelmatig afwijkend gedrag vertonen in één examenonderdeel of dezelfde afwijking in meerdere examenonderdelen. Belangrijk blijft of dit afwijkende gedrag ook als verwijtbaar moet worden aangemerkt.
Een voorbeeld is bediening;
Bij onvoldoende beheersing gaat het niet alleen om de kandidaat die bij de bediening van schakelmechanisme, gastoevoer of remorganen fouten maakt. Het gaat om degene die, als gevolg van een slechte bediening, geen ’meester’ is over het voertuig. Onvoldoende bediening in relatie tot voertuigbeheersing leidt ertoe, dat ‘niet’ voertuigtechnische handelingen verkeerd worden uitgevoerd. Door bijvoorbeeld onvoldoende remmen, niet op tijd terug schakelen raakt het voertuig bij het afslaan uit de gewenste koers.
Het gaat hierbij niet om een enkel, op zichzelf staand incident, maar om het structureel afwezig zijn van de vaardigheden op het gebied van de bediening. Dit leidt in relatie tot de examenonderdelen tevens tot ander verwijtbaar gedrag. Een dergelijk slechte bediening zal vaak in uiteenlopende situaties (dus bij verschillende examenonderdelen) aan de orde zijn.
Een ander voorbeeld is stuurbehandeling;
Rugklachten van chauffeurs zijn veelal een gevolg van een onjuiste zit- en stuurhouding. Daarnaast leidt een onjuiste stuurhouding in het algemeen tot een ongewenste stuurbehandeling. In principe moet de kandidaat daarom de ‘doorgeefmethode’ hanteren en weten waar in bijzondere gevallen hiervan afgeweken mag worden. Wederom gaat het hierbij niet om een enkel, op zichzelf staande stuurbehandeling, maar om het structureel afwezig zijn van de juiste stuurbehandeling. Dit leidt in relatie tot de examenonderdelen tevens tot een ander verwijtbaar gedrag.
Onvoldoende stuurvastheid zal tijdens het examen uit een aantal slecht uitgevoerde ‘stuurhandelingen’ blijken, indien de kandidaat in uiteenlopende situaties moeite heeft met het innemen van de juiste plaats op de rijbaan en verplaatsingen vaak niet in vloeiende lijn uitvoert. Tevens kan het bij de niet stuurvaste kandidaat voorkomen dat het voertuig door het kijkgedrag, dan wel bij de bediening (technische of overige) uit de koers raakt.
Bovenstaande zijn dus twee voorbeelden van bediening en beheersing van het voertuig. In onze unieke rijopleiding vormt dit de basis. Als de bediening en beheersing voldoende ontwikkeld is zijn de volgende onderdelen in de opleiding veel gemakkelijker aan te leren. De vorderingen bespreken onze instructeurs met de kandidaat en leggen dit vast met onze digitale vorderingskaarten welke voor de kandidaat zichtbaar zijn in zijn eigen portaal.
Wil jij meer weten over onze unieke rijopleidingen voor de vrachtwagen? Je kunt ons altijd bellen ( 088- 1771200) of mail ons rijopleidingen@otc-someren.nl